Zang 2000

De Koningin Elisabethwedstrijd was al lang één van de meest prestigieuze internationale wedstrijden toen men in 1988 besloot om er aan de viool en de piano het oudste instrument ter wereld toe te voegen: de stem. Zo ontstond de Zangwedstrijd, zoals zijn voorlopers een vierjaarlijkse gebeurtenis, veeleisend door zijn lengte en zijn regels. De nieuwe wedstrijd kon meteen rekenen op de knowhow van de raadgevers, een organisatie met ervaring en een zo groot mogelijke zichtbaarheid via de media.

Het succes was dan ook meteen verzekerd. Ondanks de verscheidenheid van talenten, repertoires en stijlen slaagde men erin geleidelijk aan een reglement op te stellen waar de besten ten volle aan bod kunnen komen, en dit met drie verschillende begeleidingen van hoge kwaliteit: de piano (in het Koninklijk Conservatorium voor het lied en de melodie), en in het Paleis voor Schone Kunsten het orkest met oude instrumenten (voor barok opera, cantate en oratorio) en het symfonisch orkest (voor de muziek uit de klassieke periode tot heden). Een opgelegd stuk in de halve finales (van de hand van de eminente Belgische componist André Laporte) heeft daarenboven de mogelijkheid geboden om de kandidaten te evalueren geconfronteerd met een hedendaagse partituur. De jury van uitzonderlijk hoog niveau - een geschiedenis van de zang van de laatste 50 jaar op één (indrukwekkende) rij - kreeg de zware opdracht een oordeel te vellen.

De materie liet niet te wensen over: men scheerde de hoogste toppen. Van in de halve finales was het duidelijk dat zangers van zeer hoog niveau bekroond zouden worden. Bij de uitslag was het dan ook het geval.

De ovatie die op de aankondiging van de eerste prijs van Marie-Nicole Lemieux (Canada) volgde, sprak boekdelen. Haar natuurlijke stem, de kwaliteit van haar techniek, de oprechtheid van haar emoties en haar charmant voorkomen wisten menig kenner (beroeps of liefhebber) te bekoren.

De tweede prijs van de Roemeense tenor Marius Brenciu bevestigde de steeds betere prestaties van die jonge zanger in de loop van het concours. Zijn vocale kwaliteiten en een goede assimilatie van een stevige operatraditie kwamen hem ten goede.

Wat Olga Pasichnyk, betreft, de algemene kwaliteit van haar optredens sedert het begin van het concours hadden van haar één van de favorieten gemaakt. In de manier waarop zij schoonheid en rijpheid verzoent, intelligentie en instinct, techniek en uitzondelrijke natuurlijke gaven, wist zij tot in de finale het feit dat zij aan een wedstrijd deelnam weg te wissen. Samen met de prijs van het publiek lijkt zij klaar te staan om de grootste uitdagingen aan te gaan, te beginnen met de grote rollen van het klassieke repertorium.

Pierre-Yves Pruvot, Lubana Al Quntar en Margriet van Reisen: drie namen die ook van dichtbij gevolgd moeten worden, gekenmerkt door rijpheid, een elegante en beheerste mannelijke stem en vrouwelijke stemmen met uitzonderlijke timbres die de luisteraars met geluk vervullen.

 

© 2000, Cyprès - Design: E.Media