Viool 2001
In 1951 werd Leonid Kogan de eerste winnaar van de Koningin-Elisabethwedstrijd. De vraag was of de editie van de vijftigste verjaardag, die plaatshad te midden van een serie festiviteiten en publicaties, haar beloften zou waarmaken. In de nacht van 27 mei 2001 was iedereen het erover eens: deze editie was van een buitengewoon hoog niveau. Muziek, gevoeligheid, authenticiteit, intelligentie en stijl stonden nadrukkelijk centraal. De bekendmaking van de eerste laureaten werd dan ook beantwoord met langdurige toejuichingen.
De jury beloonde op de allereerste plaats een moment van absolute gratie: de 20-jarige Baiba Skride bood ons zowel tijdens de halve finale in het Conservatorium van Brussel als tijdens de finale in het Paleis voor Schone Kunsten haar zuivere, intelligente en schitterende vioolspel aan als een echt geschenk. Met een Amati van het zuiverste water wist de 25-jarige Ning Kam het hele wedstrijdpubliek - iedere avond weer honderdduizenden luisteraars en toeschouwers! - nieuwsgierig te maken naar wat Singapore nog meer te bieden heeft. De bijzonder charmante Barnabás Kelemen, nauwelijks 23, getuigde van de vitaliteit van de Hongaarse school: hij wist het publiek meteen voor zich te winnen en in zijn greep te houden, en spreidde virtuoos een buitengewone vertelkunst tentoon. Alina Pogostkin, vierde laureate en afkomstig uit Sint-Petersburg, is op 17-jarige leeftijd al veel meer dan een belofte. Als vijfde en zesde sluiten Feng Ning en Akiko Ono op glansrijke wijze de lijst van laureaten af, terwijl de prestatie van bijvoorbeeld Mikhail Ovrutsky een beeld geeft van de mogelijkheden van de zes overige finalisten. Het Orchestre Royal de Chambre de Wallonie onder leiding van Georges Octors, het Nationaal Orkest van België onder leiding van Gilbert Varga en de begeleiders groeiden in hun veeleisende opdracht en droegen volwaardig bij tot het slagen van deze editie. De Wedstrijd kon zich geen koninklijker begin van haar tweede halve eeuw toewensen.